USA: Dag 6

5 mei 2016 - Santa Maria, California, Verenigde Staten

We worden wakker en zien dat we beland zijn op een camping waar alleen maar amerikanen staan met belachelijk grote campers en trailers. Ze lijken hun huizen te hebben verruild voor een mobielere oplossing maar we hebben het vermoeden dat ze hier het hele jaar door staan. Het ontbijt wordt weer achter de kiezen geslagen en we zijn klaar voor de trip naar Hearst Castle. Ik word nog door de campingeigenaresse welkom geheten voordat we vertrekken en ze vraagt of we wat kersen zouden blieven want ze gaat kersen voor de gasten plukken in hun boomgaard. Jammer genoeg hebben we daar geen tijd voor dus ik bedank haar vriendelijk.

Het goede nieuws van de veel te late aankomst van gisteren is dat de rit naar Hearst Castle vrij kort is. Na iets meer dan een uur rijden arriveren we bij Hearst Castle. We parkeren onze camper en lopen richting ingang. Een van de kinderen ziet het kasteel liggen helemaal boven op de top van de hoogste heuvel waarop Judith reageert “ja daar ga ik niet naartoe lopen”. Gelukkig hoeft dat ook niet want je wordt netjes per bus naar het kasteel gereden. Tijdens de rit langs bochtige wegen verteld een audio-opname ons een aantal weetjes over Hearst Castle en het ontstaan ervan. Hearst Castle blijkt eigenlijk een uit de hand gelopen hobby te zijn van zoonlief “Wasteful Willy”. Willy had een fortuin nagelaten gekregen van zijn steenrijke ouders en schroomde niet om die dollars te laten rollen. Onderweg naar boven zien we her en der wat dieren op het landgoed zoals (black- en red-angus) koeien, rammen, steenbokken en andere hertachtigen. Het blijkt dat er vroeger een complete dierentuin zich bevondt op het landgoed. De grootste prive dierentuin van amerika destijds. Uiteraard de grootste want alles moet groot groter grootst zijn in dit land.

Eenmaal boven aangekomen worden we opgewacht door een gids. Deze dame gaat ons niet alleen de geschiedenis van William Hearts en zijn kasteel vertellen maar ook alle dingen die ze zelf leuk en interessant vindt. Dat resulteert in de nodige grappen in typisch amerikaanse stijl die vast en zeker al honderden keren heeft verteld. Naast de grappen benadrukt ze vooral hoe grootst alles is en hoe geweldig het moet zijn geweest om gast te zijn geweest van Wasteful Willy. De belichaming van de american dream. Nou ja niet helemaal want Willy heeft het leeuwendeel van zijn gespendeerde vermogen niet zelf hoeven verdienen. Hij heeft overigens wel hard gewerkt en was een echte workaholic. Iets van 18 kranten, vele magazines en nog vele andere medio-activiteiten hield hij er op na. Onze gids verteld maar al te graag dat de groten der aarde graag hier kwamen om te verblijven in dit bescheiden optrekje. Bescheiden is het zeer zeker niet. Sterker nog het is een behoorlijk uit de hand gelopen project. Alles is vele malen groter en potsielijker geworden dan gepland. Naast de uitzinnige grootte en architectuur van de gebouwen staat de binnenkant vol met kunst die uit allerlei hoeken van de wereld naar Hearst Castle zijn gebracht. Blijkbaar heeft Willy daarvoor niet zelf de hele wereld afgereist maar heeft ie het als het ware besteld bij de bol.com van die tijd. Gelukkig was er in die tijd geen internet of credit cards, want anders had willy de hele heuvel vol gebouwd. Overigens blijk naast het kasteel het landgoed ook gigantisch te zijn. Iets van 20.000 hectare groot. Maar goed voor 70 cent per hectare (!) valt dat nog wel te doen. De grond zal nu iets meer moeten opbrengen.

Na alles gezien te hebben waartoe we toegang hadden dalen we de heuvel af, eten een hapje en vertrekken weer. Op advies van de eigenaresse van Paso Robles Ranch rijden we eerst een klein stukje naar het noorden langs de Big Sur om het zeekoeien (sea elephants) te gaan aanschouwen. Het zijn er niet een paar maar het hele strand ligt van onder tot boven vol van deze dikzakken. Tot 5 meter lang en 2500 kg kunnen deze vriendelijke jongens worden. De meeste zijn kleiner en er liggen ook veel jonkies er tussen. Ook zijn ze net bezig met een aanmeten van een nieuwe vacht. Sommige van de zeekoeien zien er dan ook echt niet uit. Alsof ze een half verrotte mantel dragen. Een aantal zeekoeien ruzieen wat, maken luid boerende geluiden en botsen tegen elkaar op met hun buiken. Maar de meeste liggen gewoon lekker in het zand te relaxen. Ze gooien elke paar minuten wat zand over hun rug. Een fenomeen waarvan de geleerden het doel niet kunnen achterhalen. Misschien doen ze het om af te koelen? Of wellicht is het een anti-stress middels zoals sommige geleerden zeggen. Hoe dan ook ziet er er lollig uit. Af en toe duiken ze ook nog met hun hele snuit onder het zand om vervolgens met hun neusgaten het zand weer omhoog te blazen. Het lijken wel walvissen wat dat betreft. Sommige zeekoeien liggen op hun zij en lijken dan weer juist een beetje op een witte haai. Wit van de onderkant, grijs van boven een de vorm van een haai. We staan er een uur of zo naar te kijken. Naast de zeekoeien komen we uiteraard onze vrienden de chipmunks tegen en ook nog een paar salamanders. De salamanders bedrijven de kunst van het opdrukken. Omhoog en omlaag gaan ze. Door de knietjes en strekken maar. Nog zo'n fenomeen waarvan wij mensen het nut niet van inzien. Maar vast en zeker zullen zij het wel voor een goede reden doen. Als is het alleen maar om ons te entertainen.

We rijden weg bij de zeekoeien en stoppen aan de overkant van de weg langs Hearst Castle bij een lokaal strand. Ik ga wat eitjes met bacon bakken voor iedereen en we eten die op aan een picknicktafel met uitzicht op de grote oceaan. Daarna gaan de dames even spelen op het strand en in de zee en ik ga mijn niet hobby fotograferen uitoefenen. Ik doe verwoede pogingen om mooi opspattend water van de golven vast te leggen op de gevoelige plaat. Dat valt nog niet mee. Er is ook een pier bij dit strand en die ga ik eens op om van boven naar de pracht van het water te kijken. Ik blijf de zee en de beweging van het water een indrukwekend fenomeen waar ik maar geen genoeg kan krijgen. Dus ook hier doe ik mijn best om wat mooie kiekjes te maken. Tijdens mijn verblijf op de pier zie ik een zeeleeuw of andersoortig zeewezen boven water komen. Laten we het voor de vorm maar op een zeeleeuw houden. Het beest komt meerdere malen boven water en gaat dan op zijn rug in het water dobberen net zoals een otter dat doet. Otters doen dan om voedsel te kraken met stenen maar waarom deze zeeleeuw dat doet weet ik niet. Hoe dan ook leg ik ook deze jongen vast op de gevoelige plaat.

Nadat iedereen is uitgespeeld gaan we weer vertrekken. Nu is het op naar Los Angeles. Nou ja, althans die richting op en we zien wel wanneer we stoppen. Dit keer gaan we echter niet meer de fout maken te laat te stoppen om een overnachtingsplek te zoeken. Rond de klok van 19:00 gaan we zoeken naar een nieuwe overnachtingsplek. De navigator in de ene hand en google maps op mijn telefoon in de spreekwoordelijke andere hand vinden we een aantal opties. We kiezen er eentje uit in Prismo. Volgens Judith een mooi hip and happening stadje. Gearriveerd bij de camping van onze keuze blijkt het een ordinair trailerpark te zijn. Hutje mutje op elkaar en geen grasspriet over ander soortig groen te bekennen. We hebben niet genoeg gouden kettingen en kitscherige beeldjes voor het raam staan van onze camper om ons daar thuis te voelen. Dan maar weer verder kijken. Helaas vinden we in Prismo niets wat ons kan bekoren en duiken daarom de highway weer op om te zien of we verderop iets leukers kunnen vinden. Dit belanden we in Santa Maria. Tijdens het afdraaien van de highway zien we al een camping met bomen, gras en struiken. Mooi, we hebben weer hoop in de mensheid. Dit is echter niet onze beoogde camping, want die ligt iets verder Santa Maria in. Deze camping laat de trailerpark camping in Prismo lijken op een 5-sterren hotel. De sloopterrein dekt de lading beter. Maken als de wieswiedeweerga dat we weg komen hier. We besluiten te gaan naar die camping die we tijdens het verlaten van de snelweg zagen. Maar eerst nog even snel wat eten.

Burger King is onze volgende voedselverstrekken. Geen woorden aan vuil maken, gewoon een hamburger en wat friet en de buikjes zijn weer gevuld. Wat ons echter wel afvalt in Santa Maria is dat het meer op Mexico dan de USA lijkt. Alleen maar mexicanen zien we en dan voornamelijk in enorme Ford pickups die helemaal zijn gepimpt. Verlaagd, vette uitlaten erop en een roggelend gebrom uit de motor waar de gemiddelde death-metal grunter een moord voor zou doen. Ze scheuren over de straat met mexicaanse vlaggen als ware het de turken in nederland die een overwinning van een turkse club in de champions league vieren. Misschien was er een speciale aanleiding voor deze luidruchtige bedoening maar daar zullen we nooit achter komen. In ieder geval krijgen we er een beetje een onveilig gevoel van. Het doet ons denken aan de uitspraak van de dame van de camperverhuur die zei we niet naar mexico moesten gaan met onze camper: “Je kunt wel naar mexico gaan met de camper maar ik verzeker je dat je lopend terug komt. Als je uberhaupt nog terug komt”.

We brengen het er uiteindelijk levend en wel van af en we rijden naar de camping bij de snelweg. We rijden het terrein op en kunnen nog net inchecken bij de dienstdoende hostes van de camping. Geen probleem, plek zat en dus zetten we de camper neer, sluiten onze spullen aan en gaan ten slotte lekker slapen.