USA: Dag 15

14 mei 2016 - Kanab, Utah, Verenigde Staten

Na een onverwacht goede nachtrust op de parkeerplaats is het tijd om langzamerhand richting Monument Valley te gaan vertrekken. Het oorspronkelijk plan was om daar de hele dag te verblijven maar we korten dat plan in en we gaan aan het einde van de dag al richting Bryce Canyon vertrekken. Maar allereerst gaat Judith eerst even een klein boodschapje doen bij de supermarkt die aan de parkeerplaats ligt en ik besluit naar de telefoonwinkel te gaan die langs de supermarkt ligt om navraag te doen naar het gebrek aan bereik sinds de Grand Canyon. De dame in de winkel verteld al gelijk dat ik pech heb, want bereik met een prepaid telefoon kun je in dit gebied vergeten. Er schijnt iets van een reden achter te zetten maar de bottomline is dat je met een prepaid telefoon, ongeacht de aanbieder, is sommige gebieden gewoon geen bereik hebt. Je kunt zelfs niet bellen! Dat vertellen de aanbieders er niet bij als je gaat shoppen voor een prepaid simkaart. Dit nodigt uit voor een niet al te sappele klachtenbrief richting AT&T. Dat zal voor des keizers baard zijn, want daar doen ze toch niets meer en daarbij ben ik dit toch alweer vergeten als we weer thuis zijn. Het goede nieuws van de dame van de winkel wat dat richting Monument Valley het bereik weer terug zou moeten komen.

En na al dit alles vertrekken we dan richting Monument Valley. Het is zoals gezegd een half uurtje rijden vanaf Kayenta en al snel zien we de eerste “mittens” (nee ron, niet “muttons”) in beeld komen. Als we bij het toeganghokje komen blijkt dat onze nationale parken jaarpas niet werkt bij de indiaantjes. De Navajo hebben zo hun eigen regeltjes. Aanvullend verteld ze ons dat we met de camper alleen naar het visitor center mogen rijden maar dat we niet door de vallei zelf mogen rijden. Het betreft namelijk smalle en voornamelijk onverharde wegen en daar mogen alleen auto's op rijden. We betalen toch de 20 dollar want we willen de vallei toch zien.

Als we bij het visitor center komen en de camper parkeren, werpen we een eerste blik op de vallei. Het is precies zoals het er in op foto's en in films uit ziet. Uit een voornamelijk vlak landschap rijzen een aantal pilaren op. Sommige lijken inderdaad een beetje op wanten. Een hand met een losstaande duim. Of daar de naam ook vandaan komt waag ik te betwijfelen maar het is en blijft een opmerkelijk zicht. We lopen van het ene uiteinde van het visitor center naar het andere maar het zicht op de vallei blijft grotendeels hetzelfde. Wij zouden nog een ritje door de vallei kunnen doen op de door de indianen tot pausmobiel zelf omgebouwde pickups maar daar heeft niemand echt trek in. Een paardenrit zou misschien nog kunnen maar van de paarden ontbreekt elk spoor. Er zit alleen een oud indiaans vrouwtje bij het paardenrithokje maar om nu met zijn allen bij haar op de rug te springen? Een laatste optie is door de vallei te gaan hiken. Het is weliswaar vrijwel geheel vlak maar de hike van gisteren zit nog goed in de benen en ook dat plan valt in het water. Ik ga dan maar met een bak schepijs op een muurtje zitten en staar wat naar de vallei. Ik probeer me voor te stellen hoe John Wayne hier in 1938 zijn befaamde flim “Stagecoach” op heeft genomen. Op de achtergrond hoor ik een indiaan tegen een stel andere toeristen vertellen dat het beeld van de indianen uit de oude western films totaal niet kloppen met de werkelijkheid. Nou die indiaan kan zeggen wat hij wil, maar bij een indiaan blijf ik denken aan een roodhuid die met hoofdtooi op, rijdend op een mustang, met pijl en boog in de hand al gillend van een berg komt afgesneld, jagend op de scalps van John Wayne en zijn cowboy kameraden. Ook al klopt het niet, ik vind het een mooier beeld dan de huidige generatie roodhuiden die hier voornamelijk op het geld van de toeristen jagen.

Na een tijdje hebben we Monument Valley voor ons gevoel wel gezien en besluiten we weer te gaan vertrekken. Monument Valley is inderdaad heel mooi om te zien, maar een extra dag is het ons niet waard. En dat komt in dit geval goed uit omdat we tijd moeten inhalen op ons reisschema. En dus rijden we weg uit Monument Valley maar niet zonder gestopt te zijn op de lange rechte weg die naar Monument Valley leidt om ook daar zelf de foto te nemen die zo bekend is. Een lange ietwat dalende weg waar geen einde aan lijkt te komen met Monument Valley op de achtergrond. En daarna rijden we door richting Bryce Canyon. Dat is nog best een behoorlijk stukje tuffen en hoe meer we van die afstand overbruggen des te minder hoeven we dat morgen te doen. En wellicht kunnen we ook daar weer wat tijd mee winnen op ons schema.

Tijdens de lange rit blijft de omgeving bergachtig. Overal waar je kijkt zie je wel een berg. Aan de kleur en de vorm van de rotsen kun je goed herkennen welke grondlaag van Arizona we heen rijden. Al die lagen waren in een oogopslag te zien in de Grand Canyon maar hier zie je telkens maar een of twee lagen. Zo diep in de grondlagen als bij de Grand Canyon kom je natuurlijk niet, maar de bovenste paar lagen zie je onmiskenbaar om je heen. De grijze rotsachtige bovenlagen, de rode zanderige onderlagen. Je begint steeds meer te herkennen en te begrijpen van dit landschap.

Na een tijdje komen we bij Lake Powell. Het landschap is hier toch echt wel anders aan het worden. De kleur van de grond is hier veel lichter en glooiender. Deze plek ziet er dan toch weer heel anders uit dan wat we tot nu toe allemaal gezien hadden. Denk je het eindelijk te begrijpen, en dan word je toch weer verrast. Bij Lake Powell aangekomen te zijn ligt er een waterdam. Lake Powell is dus eigenlijk een stuwmeer. Ik parkeer de camper op de parkeerplaats en ik loop met de meiden naar de brug die bij de dam ligt om eens goed te kijken naar dit bouwwerk. Onderweg leg ik uit, tot zover mijn kennis reikt, hoe zo'n dam nu precies werkt. Vanaf die brug heb je naast het zicht op de dam zelf ook een aardig zicht over Lake Powell en de contouren van het land er omheen.

Een paar kilometer van de dam vandaan ligt toevallig ook een camping. Gezien de ligging bij het meer, de omgeving zelf en het feit dat het weekend is, heb ik er weinig hoop op dat ze een plekje voor ons vrij hebben gehouden. En dat blijkt ook zo te zijn. En dus rijden we verder langs Lake Powell in de richting van Bryce Canyon. Onderweg komen we een aantal improvisorische campings tegen en uiteindelijk besluiten we er maar eentje te gaan aandoen om te zien of we daar kunnen staan voor de nacht. We belanden uiteindelijk op een soort paardencamping. Je kunt daar paardrijden en het meerendeel van de gasten op de camping heeft zelf dan ook een paardentrailer met hun eigen paarden bij zich. Er is plek zat, maar voorzieningen in de vorm van een full- of partial hookup hebben ze niet. We kunnen wel onze watertank vol gooien en een stuk gras claimen. De gastheer, behoed en bebaard, gaat net een steak dinner maken voor de gasten. Het ruikt verrukkelijk maar helaas moet je zo'n steak dinner een dag van te voren aanvragen. Jammer maar we zullen het alleen met de geur van de steaks moeten doen. In plaats van een lekkere BBQ steak wordt het omelet met bacon. We hebben in ieder geval weer water, want dat was zo goed als op, en we hebben een overnachtingsplek weten te vinden.